Van stuurman tot horecaondernemer

“Ik heb wat baantjes in de horeca gehad en viel af en toe in. Een tent zelf draaiende houden, dat is andere koek. Het is rennen hoor. Je blijft op een mooi streefgewicht. Mijn BMI is goed, dat durf ik je wel te zeggen. Die was niet goed toen ik begon. Als je nog een vette vent kent, ik heb nog een paar pakken in de aanbieding”, grapt Cees Blom, mede-eigenaar van Schenkerij de Beurs. Het grand café is gevestigd in een authentiek beursgebouw uit 1888 in hartje Geldermalsen.

Lekker varen
Cees (53) pakt een sigaret uit zijn Camel-pakje, zakt onderuit op zijn terrasstoel en begint te vertellen over zijn carrièreswitch. Hoe hij vorig jaar vanuit zijn logistieke achtergrond de overstap maakt naar de horeca. Cees start zijn loopbaan op de zeevaartschool. “Dat was mijn puberale opstand naar mijn ouders”, lacht Cees. Zij wilden dat ik de Heao ging doen en dan een viszaak zou gaan openen. Mijn ouders hadden namelijk allemaal viswinkels. Ik had zoiets van: dat ga ik dus niet doen. Ik wilde lekker varen, weg uit Nederland.”

Vaarwel vrijbuitersbestaan
Cees komt er na 2,5 jaar achter dat ‘t zijn leven niet is. Hij gaat in dienst en klooit wat aan. “Allerlei baantjes en een beetje verkopen”, noemt hij het. Als Cees een gezin krijgt, verruilt hij zijn vrijbuitersbestaan voor het serieuzere werk en komt hij bij de grootste aluminiumproducent van de wereld terecht. “De toenmalige directeur zocht juist mensen die van de zeevaartschool afkwamen. Het voordeel van op zee zitten, is dat je niet altijd je moeder kan bellen als je een beslissing moet nemen. Je bent ontzettend zelfstandig. Je hebt geen telefoon waarmee je kan appen: mama, wat moet ik doen?” Vanuit de rol van afdelingshoofd groeit hij door naar logistiek manager. Aansluitend stapt Cees na tien jaar over naar een soortgelijke functie bij de marktleider op het gebied van raambekleding.

“Mama, wat moet ik doen?”

De koek is op
In 2012 trekt Cees de stekker eruit. Hij voelt dat hij te lang op een plek zit en dat hij is vastgeroest. Ook tijdens de daaropvolgende interim-klusjes krijgt hij hetzelfde energieloze gevoel. Cees neemt een sabbatical. Twee jaar lang doet hij niets. “Dat was erg lekker. Op een gegeven moment moet je toch weer aan de bak. Het is ook niet zo dat ik als de ING-topman 1,4 miljoen meekreeg bij mijn vertrek.” Cees grijnst. Hij rommelt vervolgens wat aan. Een paar interim-functies. Nog ergens een logistieke baan in loondienst. Hij loopt wederom tegen hetzelfde gevoel aan en kan geen enthousiasme meer opbrengen voor zijn vak. De koek is op.

Horecatent
Hij steekt een volgende peuk op. “Ik heb ook een e-sigaret, maar dat lukt nog niet helemaal”. Weer een grote grijns. Cees ten voeten uit. Grappend en grollend. Het leven niet al te serieus nemend. Toch vraagt hij zich op dat moment wel degelijk serieus af wat hij zal gaan doen. In zijn hoofd vormt zich steeds meer het plan om met zijn vriendin Isabella een eigen bedrijf op te zetten: ‘iets’ met lifestyle en horeca. Dan krijgen ze de kans om een bestaande horecatent in Geldermalsen over te nemen. Ze duiken er vol overgave in. “De trein stond hier even stil en daar zijn wij op ingesprongen. Het gaat ontzettend goed. We hadden niet verwacht dat we zo’n succes zouden hebben, dat het zo snel zou gaan. Dat is ook op dit moment ons ‘bottleneckje’. We zijn bijna veertien uur per dag, zeven dagen in de week, aan het werk.”

Grand café en meer
Cees en Isabella hebben bewust gekozen voor het concept van een grand café. “Bij ons kun je niet aan de bar zitten. Dat is een bewuste keuze. Als jij binnenkomt met een vriendin en iemand aan de bar fluit ‘fiet fieuw’, dan voel jij je niet prettig meer. Onze klanten, de meesten zijn vrouwen, komen een kopje koffie doen. Lekker keutelen. Of ’n wat ouder publiek dat er even uit wil en geen zin heeft in een kroeg. Maar we doen meer.” Cees somt een scala aan thematische bijeenkomsten en feesten op, waarbij ze hun tent opengooien en activiteiten organiseren. Cultuur Café Geldermalsen, de Rotaryclub, Go Wheels en Samenloop voor Hoop. Steeds meer organisaties weten hun weg te vinden naar ‘de Beurs’.

Geintje
Cees woont inmiddels zo’n 26 jaar in de Betuwse contreien en kent iedereen. De rol van horecaondernemer is hem op het lijf geschreven. De contacten, de diversiteit. Het slappe geouwehoer. En niet te vergeten hard werken, kilometers maken. “Ik kan met mensen omgaan, ik vlieg over het terras heen. Af en toe een geintje uithalen. Van de zomer toen het zo heet was, ben ik waterbakken bij de Blokker gaan halen als voetenbadjes. Dat soort dingen. Ja, het is hard werken, maar daar krijg je het enthousiasme en vrolijkheid van de mensen voor terug die zeggen: dit is wat Geldermalsen nodig heeft. Als je hard werkt en niemand komt terug, dan doet het pijn. Maar dat hebben wij gelukkig niet.”

Geen haute cuisine
Tot ver in het nieuwe jaar is de zaterdagavond volgeboekt met besloten feestjes. Een lopend buffet voor 200 man, daar draait Cees z’n handen niet voor om. “We willen kwaliteit leveren en zitten prijstechnisch goed. Maar het is wel ’t simpelere werk. Ik zeg altijd tegen mijn klanten: we zijn geen haute cuisine.” Cees geniet zichtbaar en laat vol trots zijn eigen ‘Beurswijn’ zien. Hij neemt nog een trekje van zijn peuk en vertelt ondertussen honderduit over de succesvolle momenten. Natuurlijk zijn er ook mislukkingen. De Lama’s die optraden voor anderhalve man en een halve paardenkop. De tent ombouwen tot een wielercafé tijdens Parijs-Roubaix, waarbij de mussen van het dak vallen en er geen kip te bekennen is. “Het is ook gokken. Als het slecht weer is, zit het vol.”

Tranen
“Op 5 mei hadden we hier buiten de Andrew Sisters cover-act. Het was zó vol, dat wij niet eens meer konden bedienen. Dat je zoveel mensen verzameld krijgt, van jong tot oud, die naar muziek staan te luisteren … daar krijg je een heel bevredigend gevoel bij. Dit is de weg die we aan het zoeken zijn. Daar kan ik ook emotioneel van worden en met tranen in m’n ogen zeggen: wow, we did it!”

“Wow, we did it!”

Dit is het
Achteraf gezien blijkt het ondernemerschap bij Cees in het bloed te zitten. Alle puzzelstukjes vallen ineens op hun plaats. “Zeker. Maar je moet het wel doen”, beaamt Cees. “Ik heb die andere dingen ook met plezier gedaan. Het was gezellig en goed werken. Pas op het moment dat je verzadigd raakt, ga je denken: wat vind ik leuk? Dan is de stap nemen nog steeds héél moeilijk. Je denkt er wel aan, maar durft het niet door te zetten. Ik denk dat het zo wel is. Het leven is veranderd, dan kom je erachter: wat ik aan doen ben, dat vind ik niet leuk meer. En ineens zeg je: hé, dit is het.”

“Of ik tips voor anderen heb? Even denken. Zoek het bij jezelf. Het belangrijkste daarbij is: durf je uit je vastigheid te stappen? En dan: wat vind je leuk? Of je nou voor een baas werkt of voor jezelf, have fun. Dan maakt het denk ik niet uit in welk vak je zit. En geloof in jezelf!” #watisjouwverhaal

Meer info: www.debeurs-geldermalsen.nl.

[Foto Cees: Guido Goluke, Major Label]